Horecaondernemers hoeven niet de volledige huur te betalen over de maanden dat ze verplicht dicht moesten vanwege de coronacrisis. Dit advies gaf de plv. procureur-generaal (PG) op vrijdag 30 september 2021 aan de Hoge Raad. In het afgelopen 1,5 jaar is er veel discussie ontstaan tussen pandeigenaren en horecaondernemers over de vraag wie de maandenlange lasten van de horecasluiting moet dragen. Is het de huurder of de verhuurder?
Omdat de lagere rechters in de afgelopen maanden verschillend oordeelden over deze kwestie, belandde de vraag bij de Hoge Raad. Tot op heden is er nog altijd geen officiële uitspraak van de Hoge Raad gegeven
In het advies van de plv. PG wordt geconcludeerd dat de horecasluiting niet volledig aan de huurder toe te rekenen is. Er is immers sprake van onvoorziene omstandigheden. De procureur-generaal vindt dat bij de berekening van de huurkorting het omzetverlies gelijk moet worden verdeeld tussen verhuurder en huurder. Hierbij kan dan ook de door het bedrijf ontvangen coronasteun van de overheid worden verrekend.
Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet over deze zaak. Het staat de Hoge Raad vrij om het advies van de plv. PG wel of niet op te volgen. Wij houden u uiteraard op de hoogte!
De volledige uitspraak van de procureur-generaal kunt u vinden via deze link.
Meer weten over de huurkorting tijdens de coronacrisis? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
