Prinsjesdag en de Algemene Beschouwingen zitten erop. De komende weken worden de plannen van het kabinet in de Tweede Kamer in detail behandeld. Er kan dus nog van alles wijzigen, maar we zetten de kabinetsplannen waar werkgevers rekening mee moeten houden alvast voor op een rijtje.
Wettelijk minimumloon stijgt
Het kabinet stelt voor het minimumloon in één keer met (ruim) 10% laten stijgen op 1 januari 2023. Daarbij stijgen vanaf deze datum de aan het minimumloon gekoppelde uitkeringen (zoals de AOW-uitkering, Wajong en de bijstand) mee. Eerder werd aangekondigd dat het minimumloon in drie stappen van 2,5% zou stijgen, maar dat gaat nu dus veel sneller.
Maximaal onbelaste reiskostenvergoeding stijgt
De maximale onbelaste reiskostenvergoeding gaat omhoog. Per 1 januari 2023 wordt deze vergoeding 21 cent per kilometer (nu 19 cent). Op 1 januari 2024 gaat de onbelaste reiskostenvergoeding verder omhoog. Daarmee reageert het kabinet op de sterk gestegen brandstofkosten.
Bijtelling elektrische auto stijgt niet
In 2023 blijft de korting op de bijtelling op elektrische auto’s 6% ten opzichte van de reguliere bijtelling van 22% op andere zakelijke auto&039;s. Ook volgend jaar is de bijtelling dus 16%. De maximale cataloguswaarde waarvoor de korting geldt, gaat wel omlaag naar 30.000 euro (nu 35.000 euro).
Hogere arbeidskorting en lagere belasting voor werknemers
Het kabinet trekt 500 miljoen euro uit voor de verhoging van de arbeidskorting waardoor werknemers meer netto loon overhouden. De maximale arbeidskorting in 2023 wordt 5.052 euro. Bovendien wordt de 1e schijf inkomstenbelasting verhoogd naar 73.031 euro. De geheven inkomstenbelasting daalt naar 36,93% (nu 37,07%). Voor werkgevers verandert er weliswaar niets, maar werknemers houden komend jaar dus netto meer over.
30%-regeling voor buitenlandse werknemers conform Balkenendenorm
Het kabinet wil het voordeel van de 30%-regeling per 1 januari 2024 maximeren tot de ‘Balkenendenorm’ (maximumsalaris van topfunctionarissen volgens de Wet Normering Topinkomens). Dit zou betekenen dat werkgevers maximaal 66.900 euro (223.000 euro x 0,3) onbelast mogen vergoeden. Het kabinet wil wel een overgangsregeling hanteren voor werknemers bij wie de 30%-regeling over het laatste loontijdvak van 2022 is toegepast. De aftopping van deze regeling zou pas starten vanaf 1 januari 2026.
Werkgevers mogen aan buitenlandse werknemers een onbelaste, vaste kostenvergoeding geven als tegemoetkoming voor huisvestingskosten. De Belastingdienst moet dat goedkeuren, maar na goedkeuring kan de werkgever 30% van het loon (incl. vergoedingen) dan onbelast aan de buitenlandse werknemer betalen.
Bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) omlaag
Werkgevers betalen veelal de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW voor werknemers. Vanaf 2023 wil het kabinet deze werkgeversheffing van 6,75% verlagen naar 6,68%. Wel geldt er een maximum (maximumbijdrageloon). Dit maximum stijgt naar 66.952 euro (nu 59.706 euro). Boven dit bedrag hoeft er geen werkgeversheffing ZVW betaald te worden.
Premies Awf en Aof veranderen
Het kabinet wil de Awf- en de Aof-premie voor kleine werkgevers verlagen. Voor grote werkgevers zou de Aof-premie juist omhoog moeten. Het kabinet komt dit najaar met concrete bedragen. Wordt dus vervolgd.
Verhoging vrije ruimte Werkkostenregeling (WKR)
De vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) stijgt per 1 januari 2023 naar 1,92% over de eerste 400.000 euro van de fiscale loonsom. Daardoor mogen werkgevers hun werknemers meer cadeaus en vergoedingen geven zonder dat daar loonbelasting over hoeft te worden betaald.
Thuiswerkvergoeding omhoog
De thuiswerkvergoeding kwam niet voor in de kabinetsvoornemens, maar de onbelaste thuiswerkvergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd om zo rekening te houden met inflatie. De verwachting is dat de onbelaste vergoeding per 1 januari 2023 wordt verhoogd naar 2,13 euro per dag (nu 2,00 euro). Werknemers mogen overigens niet op 1 werkdag zowel reiskosten als thuiswerkvergoeding ontvangen.
Hulp nodig?
Bang dat je het overzicht kwijt raakt? Maak dan een afspraak en we kijken met je mee, leggen je uit waar je rekening mee moet houden en checken meteen even of jouw organisatie de zaken nu juridisch op orde heeft. Weet jij zeker dat alles goed geregeld is en kun je verder met ondernemen.
Beeld: © Ministerie van Financiën | Martijn Beekman
